Geschiedenis

Het doel van de werkgroep Geschiedenis is het vastleggen en documenteren van de Geleense geschiedenis en cultuur in de meest brede zin van het woord en waar mogelijk het plaatsen van deze geschiedenis in regionaal, nationaal en internationaal verband.

Binnen deze werkgroep kan men individueel actief zijn, maar ook in groepsverband aan een bepaald project werken.

Werkgroepleden: Ad Hoogenboom, Ton Wolters, Hub Kitzen, Pierre Vossen en Desmond Kusters publiceren regelmatig artikelen in het tijdschrift van de Heemkundevereniging Geleen.

Wie iets uitgezocht wil hebben met betrekking tot het Geleense verleden, kan zich wenden tot de werkgroep geschiedenis. (voorzitter Luck Brouns)

In grote lijnen ziet de geschiedenis van wat nu Geleen is er als volgt uit:

Het huidige “Geleen” bestaat uit de oude dorpskernen Oud(Op)-Geleen, Lutterade, Krawinkel, Daniken en Spaans Neerbeek.

Ca. 5000-4500 v. Chr. Bandkeramische cultuur. Het hele gebied ten westen van de Geleenbeek is in die tijd bewoond geweest. Er waren huizen, landbouw, veeteelt, aardewerk met bandversiering en stenen werktuigen.

Ca. 2000 v.  Chr. Bekercultuur.  Er zijn vondsten gedaan, die in vorm en versiering doen denken aan de latere Zonnebekers. Gevonden zijn o.a. een aantal bijlen, een dolk en aardewerk.

Ca. 1700-600 v. Chr. Bronstijd. In heel Geleen zijn vondsten gedaan van werktuigen, vervaardigd van brons, o.a. bijlen. Verder zijn een aantal crematiegraven uit die tijd gevonden.

Ca. 600-54 v. Chr. IJzertijd. Vondsten op diverse plaatsen in Geleen van huisplattegronden, aarden vaatwerk en voorwerpen van brons en ijzer.

Ca. 54 v. Chr-450 na Chr. Romeinse periode. In heel Geleen zijn vondsten gedaan van voorwerpen uit de Romeinse periode, o.a. een sarcofaag, graven (o.a. het bekende graf van Amandus), aardewerk, bronzen en ijzeren voorwerpen. Op een locatie in Oud- Geleen wordt een Romeinse villa vermoed.

Ca. 800 Karolingische tijd. In die tijd werd in Oud-Geleen de eerste kerk gebouwd en was er bewoning.

1201 Eerste vermelding van de naam van (de pastoor van) Geleen.

1257-1794 Geleen behoort tot de heerlijkheid (later graafschap) Valkenburg.

± 1275 schenken Walram de Rosse van Valkenburg en Philippa van Gelder  het patronaatsrecht aan het klooster van Reichenstein bij Monschau.

1558 Geleen en Spaubeek worden tot heerlijkheid verheven. Arnold II Huyn wordt de eerste heer van Geleen.

1632 Maasveldtocht van Frederik Hendrik waarvan de gevolgen een grote ommekeer brachten in Geleen en omgeving.

1654 De heerlijkheid Geleen wordt tot graafschap verheven. Eerste graaf wordt Arnold V Wolfgang Huyn.

1661 Het partagetractaat betekende voor Geleen het einde van de 80-jarige oorlog en Geleen ging behoren tot de Spaanse Habsburgers”.

1669 Het graafschap wordt in naam van Maria Dorothea von Salm verheven. Vervolgens komt het graafschap in handen van prins Charles Joseph de Ligne, Nicolaas Willems, Marie Anne Victoire de Hayme de Bomal en uiteindelijk haar echtgenoot Claude Joseph Romain graaf de Marchant d’Ansembourg. In de 18e eeuw woonden in Geleen veel Bokkenrijders en enkele van hun leiders zoals jonker Willem de Gavarelle, Winand de Preez en Herman Luijten.

1713 Vrede van Utrecht ging o.a. Geleen van de Spaanse Habsburgers over naar de Oostenrijks-Habsburgers en behoorde Geleen tot de Oostenrijkse Nederlanden. Bron: Heemkunde tijdschrift 2003-2.

Diverse invallen van Fransen in onze streek hadden grote gevolgen voor de Geleense bevolking.

1794 – 1814 Onder Frans bewind. De “Commune” Geleen behoorde vanaf 1796 tot het kanton Oirsbeek in het Arrondissement Maastricht.

1818 – 1820 In die jaren werd een beslissing getroffen in een reeds langslepende kwestie over de Graetheide. Door een zeer oneerlijke en onredelijke verdeling raakte Geleen hier grote stukken grond kwijt aan met name Sittard. Dit feit en de gebeurtenissen er omheen zouden een grote rol gaan spelen in de rivaliteit tussen de twee gemeenten.

1839 De afscheiding van België had grote economische gevolgen voor de gemeente Geleen. De inwoners verkochten voorheen veel landbouwproducten en vooral azijn naar de overkant van de Maas.

Na 1850 ontstaan de gemeentegrenzen van Geleen. De gemeente bestond toen uit drie gehuchten: Oud Geleen, Lutterade en Krawinkel.

1905 Naam “Hertogdom Limburg” wordt “Provincie Limburg”.

1915 Begin gemaakt met de aanleg van de Staatsmijn Maurits. Deze zou in 1923 zijn eerste steenkool leveren.

1932 Gemeentelijk Sportpark (Burgemeester Damenpark) geopend.

5 oktober 1942 Bij vergissing werd Geleen gebombardeerd. Er vielen 84 doden te betreuren.

18 september 1944 Bevrijding van Geleen.

27 juli 1967 Sluiting van de Staatsmijn Maurits en Cokesfabrieken.

Januari 1982 Gemeentelijke herindeling. Sindsdien liggen alle DSM-bedrijven in de regio op het grondgebied van Geleen.

1 januari 2001 De gemeenten Geleen-Sittard-Born vormen samen een nieuwe gemeente Sittard-Geleen.

Details over het verleden van Geleen zijn te vinden in het driedelige werk van Prof. Schrijnemakers. Hier te raadplegen.